Dragen.
Ik wil graag in deze novembermaand van de gelegenheid gebruik maken om een ode te schrijven en daarom begin ik in een wat vrije vorm maar, vrees niet, ik zal concreter worden in de loop van het blog. Een ode brengen aan die prachtig geconstrueerde elegante lichaamsdelen die altijd klaar staan om iets, zeg iets zwaars, te dragen, of om iets, zeg de regen, af te weren. We zeggen zo makkelijk De schouders eronder zetten – want de schouders helpen ons de klus te klaren -, of De last die van m’n schouders valt – en die ik ervoor dus, arme schouders, nog meezeulde -, of Ik haal m’n schouders erover op – maar… komen ze dan ook weer naar beneden? Impliciet leren we dat de schouders dat dragende karakter hebben en misschien zijn we ons daarom zo weinig bewust dat ze zo vaak op ‘aan’ staan en niet vanzelf op ‘uit’ gaan. Een simpel voorbeeld is dat we ze optrekken als we het koud hebben want het lichaam is op zoek naar de veiligheid van warmte. Maar werkt het ook?

Pantseren. Soms vinden we, of is het, nodig om te vechten en ons te pantseren. Dan komt er iets groots op ons af en we zetten ons schrap. Onze hartslag verhoogt, de ademhaling versnelt en de bewegingsspieren worden actief en zorgen dat we eventueel in actie komen, maar als het goed is, is dat van korte duur. Het kan ook kleiner, een tegenslag, een afwijzing, lichamelijk ongemak, of nog kleiner een niet zo fijne dag, of grote concentratie voor langere duur: de schouders trekken omhoog of naar voren.
Wat kun je er nou tegenin brengen, als dat almaar onbewust gebeurt?

Bewustwording. Heel simpel, train jezelf in het observeren van je lichaamspatronen. Prijs jezelf elke keer als je je bewust bent dat het gebeurt, en keur het niet af. Iedereen heeft die beschermingsmechanismen en we hoeven er niet mee te worstelen, want daar ga je weer in gevechtshouding, maar leer jezelf beetje bij beetje aan om opmerkzaam te zijn. Gedurende de dag af en toe even inchecken en een paar keer wat bewuster ademen en voelen ‘hoe ze erbij staan’. Niet constant en over bewust, maar zo nu en dan.
Verder leer je de aanspanning misschien eerder te herkennen als je regelmatig oefent in ontspanning van de schouders. Bijvoorbeeld met de critical alignment tools zoals het stripje of de rol. Het wordt dan wat helderder hoe de schouders voelen als ze ontspannen zijn, als de nekspieren lengte krijgen en het hoofd zijn/haar gewicht laat voelen. Maar er zijn meer manieren.

Oefeningetjes. Als je nog wat andere kleine schouder-bewustzijns-oefeningen zou willen doen, zijn er hier een paar:

  • Trek je schouders zo hoog mogelijk op en laat ze vallen op een zucht
  • Staan met je voeten op heupbreedte en vanuit je heupen een stukje naar links en naar rechts draaien waarbij je je armen slap mee laat draaien totdat ze uitzwaaiend naar links en rechts tegen je lichaam aan klappen. Blijf met je hoofd naar voren gericht tijdens het draaien en zwaaien. Als je langzaam tot stilstand komt zul je merken dat je armen meer uithangen vanuit de schouders
  • Spreid, op dezelfde manier staand, je armen op schouderhoogte en draai kleine cirkeltjes met je armen en handen, beide richtingen op. De schouders blijven daarbij laag, maar het is alsof de bovenarmen juist iets (heel weinig) opgetild worden. Zo voel je de kracht in je armen in plaats van de kracht van je schouders
  • Pak met je handen je schouderkoppen en draai de ellenbogen naar achter, iets zijwaarts en omhoog, naar voor en dan terug naar beneden. Voel dat de schouderbladen ‘gewicht’ hebben waardoor je de schouders niet uit de rug wegtrekt in de beweging. Herhaal een aantal keer en dan de andere kant op waarbij je zult merken dat je schouderbladen als vanzelf meer in de rug komen te hangen.
  • Haak nu je duimen in elkaar, sterk je armen uit naar voor en breng je schouders juist iets naar achter, en til dan vanuit je bovenarmen je armen een stukje op omhoog. Hou daarbij de armen zo lang mogelijk recht, als ze gaan buigen, beweeg je terug naar beneden, herhaal een aantal keer. Let er op dat niet je ribben omhoog gaan.
  • Laat je kin naar je borst zakken zodat de achterkant van je nek veel lengte krijgt en draai een kwartslag voorlangs tot de rechterschouder, beweeg dan rustig terug naar voor en naar de linkerkant. Herhaal. Dan kom je terug naar ‘rechtop’. Vervolgens breng je het hoofd naar midden achter, en draai je op dezelfde manier een kwartslag naar links en rechts, nog rustiger, vooral achterlangs kun je heel wat gevoelige stijfheid tegenkomen. Beweeg er niet als een woesteling doorheen (niet het gevecht) maar wacht en adem en probeer te ontspannen. Je hoeft niet ver te komen in je draai. Na de herhaling breng je het hoofd op een uitademing vanuit het midden terug naar recht.

Voel na. Jouw dag kan beginnen! Je schouders blij!